De antiwitwaswet uitgebreid

Net als alle andere leden van de Europese Unie heeft België wetgeving die het witwassen van gelden uit frauduleuze of criminele activiteiten moet beletten. Gedwongen door de inventiviteit in misdadige milieus en de voortschrijdende financiële technologie werd deze wetgeving door de jaren heen strenger en uitgebreider. Op 15 augustus jl. was het weer zo ver.

Meldingsplicht

Wie onder de witwaswetgeving valt moet rekening houden met 2 belangrijke verplichtingen:
a) identificatie van de klant; en
b) meldingsplicht.

Een wet van 20 juli 2020 “houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten”, breidt deze plicht uit tot ondernemers die voorheen niet onder de witwaswetgeving vielen.
Het gaat met name om:

aanbieders die zich bezighouden met diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta (d.w.z. muntstukken en bankbiljetten die als wettig betaalmiddel zijn erkend en elektronisch geld van een land, die in het land van uitgifte als ruilmiddel worden aanvaard);

aanbieders van bewaarportemonnees: zij beveiligen voor hun cliënten cryptografische privésleutels om virtuele valuta aan te houden, op te slaan en over te dragen;

handelaars of tussenpersonen in de handel in kunstwerken of roerende goederen van meer dan 50 jaar oud als de waarde van de transactie of samenhangende transacties 10.000 euro of meer bedraagt;

professionele topvoetbalclubs en sportmakelaars in de voetbalsector;

niet erkende fiscale consultants.

Stel dat u bij een kunstgalerij een kunstwerk koopt van meer dan 10.000 euro, dan zal de galerijhouder uw identiteitsgegevens moeten opvragen en, als hij/zij een vermoeden heeft van witwasverrichtingen, de CFI moeten verwittigen.

Accountants, belastingadviseurs, ... versus “onechte” belastingadviseurs

Erkende accountants en belastingadviseurs waren al langer onderworpen aan de witwaswetgeving. Het beroep van accountant/boekhouder is sterk gereglementeerd en in principe mag u zichzelf niet als accountant/boekhouder profileren als u de erkenning niet op zak heeft.
Voor fiscale adviseurs ligt dat anders: wat niet mag is de titel van belastingadviseur, fiscalist of gelijkaardig, dragen als u niet erkend bent. Maar u mag wel het beroep uitoefenen zelfs als u niet erkend bent.

Dat brengt wel enige discriminatie met zich mee: de erkende belastingconsulent is onderworpen aan de witwaswetgeving in tegenstelling tot de niet-erkende fiscale dienstverlener.
Door de wet van 20 juli 2020 moet een dergelijke niet-erkende consultant/fiscale dienstverlener die als voornaamste beroepsactiviteit dezelfde activiteiten heeft als die van een gecertificeerd belastingadviseur, zich bij het Institute for Tax Advisors and Accountants (ITAA) laten controleren op de naleving van de antiwitwaswetgeving.
De niet-erkende consultant/fiscale dienstverlener moet zich vóór 15 februari 2021 inschrijven op een lijst van het ITAA. Daarna is het verboden om deze activiteiten nog uit te oefenen zonder ingeschreven te zijn op deze lijst.
Belangrijke kanttekening hierbij: is de dienstverlener zelf al veroordeeld geweest voor inbreuken op de antiwitwaswet of voor bepaalde economische misdrijven, of verloor hij/zij eerder de erkenning als fiscaal raadgever, dan kan hij/zij niet meer op deze lijst ingeschreven worden.

Prepaid betaalkaarten

Uitgevers van elektronisch geld moesten al langer klanten die prepaidbetaalkaarten aankopen, identificeren. Maar als het bedrag van de betaalkaart onder 250 euro bleef was dat niet nodig. Die grens verlaagt nu naar 150 euro per maand. Ook in geval van terugbetaling of opneming in contanten van de monetaire waarde van elektronisch geld moest de uitgever de klant al identificeren. Daar daalt de grens van 100 euro tot 50 euro.
Als de transactie aan bepaalde voorwaarden voldoet waardoor de uitgever kan vaststellen dat er een laag risico op witwassen van geld bestaat, dan kan er een vrijstelling zijn van die identificatie- en verificatieplicht.

Nieuws

Eind september 2023 bereikte minister van Financiën Vincent Van Peteghem in de ministerraad een akkoord over de verplichte invoering van digitale facturatie (e-invoicing) tussen ondernemingen vanaf 1 januari 2026. Er wordt een ruime overgangstermijn voorzien, zodat elke belastingplichtige de kans krijgt om zich aan te passen aan deze nieuwe werkwijze.

Via de investeringsaftrek kan een onderneming een gedeelte van haar winst vrijstellen voor bepaalde nieuwe investeringen die zij tijdens het belastbare tijdperk heeft gedaan. Met welke (gewijzigde) percentages voor de investeringsaftrek moet u rekening houden?

Mobiliteit en duurzaamheid gaan alsmaar vaker hand in hand. Ook op fiscaal vlak zien we dat beide thema's nauwer op elkaar afgestemd worden, onder meer via de wet inzake de 'fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit' die de federale regering twee jaar geleden publiceerde.

Schrijf u in op onze nieuwsbrief