A&T Partners informeert!

Accountancy & Fiscaliteit Nieuws

Op deze pagina vindt u een overzicht van recente nieuwsberichten over Accountancy en Fiscaliteit in België.

De ontwikkeling van nieuwe operating systems en het gebruik van cloud accounting vraagt dat de regels voor het houden en bewaren van boeken en verantwoordingsstukken worden verduidelijkt. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen heeft zich over deze problematiek uitgesproken, t.t.z. over het boekhoudkundige aspect van de bewaringsproblematiek.

De derde versie van de Code Buysse met richtlijnen over deugdelijk bestuur voor middelgrote en kleine ondernemingen is een feit. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de raad van bestuur. In deze nieuwe versie worden de taken van de raad van bestuur in detail beschreven. Daarnaast komen nu ook onderwerpen als risicobeleid, diversiteit van de raad van bestuur en de evaluatie van de bestuurders aan bod.

Na Vlaanderen wordt ook in het Waals Gewest het systeem van tewerkstellingssteun vereenvoudigd. De focus van de nieuwe steunmaatregelen die inwerking treden op 1 juli 2017, ligt op drie specifieke doelgroepen: jonge laag- en middelmatig geschoolde werkzoekenden, langdurig werklozen en 55-plussers.

Vorig jaar werd het systeem van de flexijobs voor gelegenheidswerkers in de horeca ingevoerd. Tegelijkertijd werd de gunstige maatregel voor overuren in de horeca aangepast. Werknemers in de horeca hebben hierdoor recht op een fiscale vrijstelling voor 300 of 360 overuren per jaar als die niet gerecupereerd worden. Ook deze maatregel heeft de fiscus in een FAQ toegelicht.

Ondernemingen die investeren in nieuwe materiële vaste activa hebben recht op een investeringsaftrek. Hun uitgaven voor het verwerven nieuwe activa, mogen gedeeltelijk in mindering worden gebracht van hun belastbare inkomsten. De percentages voor investeringen gedaan in 2017 (aanslagjaar 2018) zijn dezelfde als vorig jaar.

Om de naleving van de Europese detacheringsrichtlijn te controleren en af te dwingen, kwam er in 2014 een aangepaste richtlijn. België heeft die richtlijn eind vorig jaar in onze wetgeving omgezet. Door die omzetting zijn belangrijke wijzigingen met betrekking tot detachering van en naar België in werking getreden. Detacherende werkgevers worden verplicht om een verbindingspersoon aan te duiden. En er zijn ook gevolgen voor de werkgevers in de bouwsector.

De ‘Orde van Vlaamse Balies’ en de ‘Ordre des Barreaux francophones et germanophones’ gaan een ‘Centraal Register Solvabiliteit’ inrichten. Dit nieuwe register is een geïnformatiseerde gegevensbank waarin alle faillissementsdossier worden opgeslagen en bewaard. Faillissementsprocedures zullen zo volledig elektronisch worden gevoerd.

Tijdens het educatief verlof van de werknemer betaalt de werkgever verder loon. Dit loon wordt wel begrensd. Na de opleiding wordt een forfaitair bedrag aan de werkgever terugbetaald. Onder de federale regeling moesten de aanvraagdossiers tot terugbetaling uiterlijk op 30 juni van het volgend schooljaar worden ingediend. Nu moet u rekening houden met gewestelijke regels en termijnen. De gewesten zijn al sinds 1 juli 2014 bevoegd voor het betaald educatief verlof.

In Vlaanderen bestond er al langer een systeem om kleine bedrijven de kans te geven bij particulieren financiering op te vragen: de Winwinlening. De kredietnemer kan kredieten verkrijgen en de particuliere kredietverstrekker krijgt er een fiscaal voordeel voor in de plaats. Sinds aanslagjaar 2017 kan dit ook in het Waals Gewest: de Coup de Pouce. De regels zijn deels gebaseerd op de Vlaamse regeling, deels op de federale tax shelter voor starters.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie stelt zich in recente uitspraken steeds vaker soepel op ten aanzien van formele voorwaarden. Daardoor kunnen belastingplichtigen als ze aan de materiële voorwaarden voldoen, genieten van een btw-vrijstelling ook als ze niet alle formele voorwaarden hebben vervuld. Het is dus niet langer een ramp als niet het juiste document werd ingevuld, of als niet alle gegevens (correct) werden ingevuld. Maar wat betekent dat nu precies voor de ‘overbrenging’? Een korte analyse.

Werkgevers kunnen voortaan flexibele uurroosters standaard over een jaar spreiden om op het einde de gemiddelde arbeidsduur te bereiken. Door de arbeidstijd te ‘annualiseren’, wordt de bestaande regeling van flexibele uurroosters verder uitgebreid.

Zes maanden na het afsluiten van het boekjaar zijn zaakvoerders/bestuurders verplicht de jaarvergadering bijeen te roepen. Het boekjaar moet niet noodzakelijk met het kalenderjaar samenvallen, maar voor de vennootschappen waar dit wel zo is, is de tijd van de jaarvergaderingen dus aangebroken. De rechtsvorm van uw vennootschap bepaalt de wijze van oproeping.

Wanneer een vennootschap een goedkope of renteloze lening verstrekt aan een werknemer of bedrijfsleider wordt dat beschouwd als een belastbaar voordeel van alle aard. Het is dan ook cruciaal om de waarde van zo’n voordeel vast te stellen. De fiscus baseert zich daarvoor op de referentierentevoeten. Die worden jaarlijks bekendgemaakt in het Staatsblad. In februari werden de referentierentevoeten voor 2016 gepubliceerd.

De administratie heeft haar regels gewijzigd voor de berekening van de waarde van het voordeel wanneer een werknemer of bedrijfsleider gratis een onroerend goed ter beschikking krijgt, maar slechts voor een gedeelte van het jaar over het goed beschikt. Het bedrag van het voordeel mag dan in verhouding tot het gebruik worden verminderd. Dat wordt vanaf nu niet meer per maand berekend, maar van dag tot dag.

Elk jaar moeten vennootschappen een jaarrekening opstellen en neerleggen. Voor de boekjaren die beginnen op 1 januari 2016 zijn er nieuwe modellen van de jaarrekening. Vennootschappen die voldoen aan de criteria van een microvennootschap, kunnen het microschema van de jaarrekening toepassen.

Voor uw eerste aanwervingen kan u een flinke korting op uw patronale bijdragen voor de sociale zekerheid krijgen. Sinds 1 januari 2017 is de ‘doelgroepvermindering voor eerste aanwervingen’ voor de derde tot de zesde aanwerving verder versterkt. Het systeem is niet gewijzigd. Wat wel is veranderd, zijn de (hogere) bedragen van de kortingen en de (langere) toekenningsperiodes. De bijdrageverminderingen voor de aanwerving van een eerste of tweede werknemer veranderen niet.

Sinds 1 januari 2008 zijn effecten aan toonder verboden. Een houder van voormalige effecten aan toonder moet een boete betalen wanneer hij de gedeponeerde bedragen of effecten terugvraagt. De manier waarop de Deposito- en Consignatiekas die boete -die al loopt sinds 1 januari 2016- int, is onlangs vastgelegd.

Kleine vennootschappen konden beroep doen op een overgangsmaatregel om voor aj. 2012 hun belastbare reserves ‘vast te klikken’ en om voor aj. 2013 en 2014 een bijzondere liquidatiereserve aan te leggen. Maar vennootschappen met een gebroken boekjaar zaten in een speciale situatie. Zij vielen net buiten het toepassingsgebied van beide overgangsmaatregelen. Het Grondwettelijk Hof ziet daarin een schending van het gelijkheidsbeginsel. Zij moeten de kans krijgen om voor aj. 2012 de bijzondere liquidatiereserve aan te leggen.

Vorig jaar werd het systeem van de flexijobs voor gelegenheidswerkers in de horeca ingevoerd. Belastingplichtigen die al voor minstens 4/5 een andere job hebben, kunnen zo op een fiscaal interessante manier bijklussen. De fiscus heeft recent een lijst met FAQ’s gepubliceerd om wat meer duiding te geven.

De wet van 5 maart 2017 houdende werkbaar en wendbaar werk bevat een resem maatregelen die ons arbeidsrecht moderniseren. Zonder in detail te treden, vindt u hieronder een overzicht van de nieuwigheden.

Mag de fiscus bewijs dat ze onrechtmatig heeft verkregen toch gebruiken tegen de belastingplichtige? In sommige gevallen wel volgens het Hof van Cassatie. Deze leer wordt ook wel de Antigoon-doctrine genoemd. Is met deze uitspraak van Cassatie het laatste woord gezegd? Helaas nog niet.

Het is weer aangifteseizoen. Ook dit jaar is de aangifte in de personenbelasting weer een pak uitgebreider en complexer geworden. Dat ligt, hoe kan het ook anders, vooral aan de steeds complexer wordende woonfiscaliteit. De wijzigingen in Vlaanderen en Wallonië voor leningen aangegaan vanaf 1 januari 2016 laten zich nu voelen in de aangifte. Met deze bijdrage proberen we u door de aangifte te loodsen.

Wie gratis een woning ter beschikking krijgt van zijn werkgever, krijgt een belastbaar fiscaal voordeel. De waarde van dit voordeel wordt anders bepaald naargelang het goed ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijk persoon of een rechtspersoon. Het voordeel is bijna vier keer zo duur als het wordt verstrekt door een vennootschap. Dit verschil kan een probleem zijn. In de rechtspraak werd recent tweemaal geoordeeld dat dit in strijd is met de grondwet.

De btw-regels voor kostendelende verenigingen of zelfstandige groeperingen werden in juli 2016 onder druk van Europa gewijzigd. Eind vorig jaar kwam de fiscus eindelijk met een circulaire die meer uitleg geeft bij deze nieuwe regels. We lichten ze kort toe.

Sinds de gewesten niet enkel bevoegd zijn voor de successie- en registratierechten, maar gedeeltelijk ook voor de personenbelasting, hebben ze al heel wat wijzigingen doorgevoerd in de fiscale regelgeving. Ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt er gewerkt aan een fiscale hervorming. Meest in het oog springend is de afschaffing van de woonbonus. Daarnaast staan er echter nog heel wat andere veranderingen op het programma. Een kort overzicht.

Hieronder geven wij u een overzicht van de belangrijkste geïndexeerde bedragen in de personenbelasting. In dit overzicht staan enkel de federale bedragen. Belastingverminderingen en dergelijke waarvan het bedrag door de gewesten wordt bepaald (bv. dienstencheques) werden niet opgenomen.

Sinds 1 januari 2017 mag een student per kalenderjaar in het kader van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten 475 uren in plaats van 50 dagen werken tegen een voordelige sociale bijdrage. Nieuw is ook dat het voordelige statuut voortaan afhangt van een tijdige geregistreerde Dimona.

De ‘faillissementsverzekering’ voor zelfstandigen is al geregeld van naam veranderd. Sinds eind 2015 is het gekend als het ‘overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen’. Na de naam is nu het wettelijk en reglementair kader aangepakt. Een wet van 22 december 2016 en de bijhorende uitvoeringsbepalingen maakt het vangnet voor zelfstandigen met financiële problemen duidelijker en breder.

Het Bestuur van het Belgisch Staatsblad publiceert elk jaar de geïndexeerde bedragen die vanaf 1 januari voor een mededeling en aankondiging in het Staatsblad worden aangerekend. De tarieven voor de bekendmaking van een akte van een vereniging of onderneming worden pas op 1 maart geïndexeerd.

In de deeleconomie kunnen particulieren aan andere particulieren online diensten aanbieden. De inkomsten die ze er mee verwerven, worden aan een afzonderlijk tarief belast. De nieuwe regels die vorig jaar al werden ingevoerd, kunnen sinds 1 maart 2017 ook echt worden toegepast.

De wettelijke interestvoet die in burgerlijke en handelszaken wordt gebruikt, is tot 2% gedaald. In 2016 bedroeg die nog 2,25%. De meeste andere interestvoeten worden per semester of per maand vastgelegd. Een overzicht.

De wet van 7 december 2016 is het sluitstuk van een ingrijpende audithervorming die Europa in 2014 lanceerde. Deze wet hervormt het beroep van de bedrijfsrevisoren en voert nieuwe regels in voor het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren. Voor de uitoefening van het commissarismandaat gelden voortaan strengere onafhankelijkheidsregels.

De Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken van de Federale Overheidsdienst Financiën is bevoegd voor het verlenen van fiscale rulings. Met individuele vragen (van ondernemingen) over de toepassing van de boekhoudregels moet men zich richten tot de Commissie voor Boekhoudkundige Normen. In de schoot van de Commissie wordt hiervoor een afzonderlijk college opgericht. De CBN zal de boekhoudkundige rulings publiceren op haar website.

Hoe jongeren met gebrek aan ervaring en concrete vaardigheden aan een job helpen? In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan een jonge niet-werkende werkzoekende die zich na zijn studies heeft ingeschreven bij Actiris, sinds 1 januari 2017 een eerste werkervaring opdoen. De 'stage eerste werkervaring' is een stage van minimum drie en maximum zes maanden. De stage eerste werkervaring vervangt de instapstage in de ondernemingen. Elke werkgever kan de nieuwe stagevorm aanbieden.

Sinds begin dit jaar kunnen studenten die een zelfstandige activiteit uitoefenen, een eigen statuut van student-zelfstandige aanvragen. De student-ondernemer geniet dan van een voordelige bijdrageregeling en van een eigen fiscaal statuut. Met een beperkt inkomen als zelfstandige, blijft de jonge ondernemer ten laste van zijn ouders.